Waar komt de polo vandaan

Fransman René Lacoste is degene die de Polo’s legendarisch gemaakt heeft. ’De Krokodil’, zoals Lacoste tijdens zijn actieve tenniscarrière genoemd werd, vond het shirt met lange mouwen dat in de jaren 30 van de vorige eeuw gebruikelijk was te warm en te oncomfortabel. Daarom ontwierp hij een wijd shirt in een aangename katoen-piquékwaliteit, dat niet alleen tijdens het tennissen veel voordelen bood. De Polo’s waren lichter, slijtvaster en bood meer bewegingsvrijheid.

Waarmee kun je rekening houden bij het dragen van een Polo?

Een Polo kan overal op gedragen worden, maar er zijn wel een aantal dingetjes waar je op kunt letten? Hieronder een aantal puntjes op het gebied van polo’s.

• Draag nooit een onder shirt onder een polo. Het shirt kruipt omhoog of komt onder de mouwen uit.
• Een polo moet lekker aansluiten op het lichaam. Maar moet ook genoeg bewegingsruimte bieden. Dit is vooral belangrijk bij de biceps.
• Zorg dat een polo van de juiste lengte is voorzien. Een te lange polo krijg je trouwens ook niet mooi weggewerkt je broek.
• Houdt het kraagje omlaag dit is wel zo netjes en komt een stuk professioneler over op je omgeving.

Alleen voor mannen? Nee hoor!

De polo is net zo populair bij vrouwen als bij mannen. De polo op zich is ideaal te combineren in de meest uiteenlopende stijlen. Voor een verzorgde look knoop je de polo tot bovenaan dicht. Als het wat minder ’strikt’ mag, draag je ’s zomers je polo open op een casual short of een zwierige rok. Als je graag kiest voor rechte shirts met een wat ruimere snit, kun je deze combineren met een smalle broek of rok. Elke vorm van modieuze stijlbreuk wordt hier juist sportief opgevat. Een polo is natuurlijk ook een geweldig alternatief voor een blouse onder een blazer, vest of trui. Met een polo kun je eigenlijk alle kanten op.